Telefonisch spreekuur is op woensdag van 13.00 tot 14.00 uur: 06 – 300 00 738
Lydia Brookman (Beleidsmedewerker, Coördinator)
e: lydia.brookman@ggd.groningen.nl
Het ConsultatieTeam brengt eerst de situatie in kaart voordat er een advies wordt uitgebracht.
Bij de formulering van het advies en de gewenste ondersteuning wordt zoveel mogelijk
aangesloten bij de hulpvraag van de aanmelder (school en/of ouders).
Werkwijze
Zowel medewerkers van een school als ouders kunnen een melding doen bij het ConsultatieTeam Pesten en deze toelichten in een intakegesprek.
Naast het intakegesprek bestaat de begeleiding rond de aanmelding uit de volgende twee stappen:
1. Gesprek met het slachtoffer en ouders
2. Gesprek met medewerkers van de school
1. Gesprek met het slachtoffer en de ouders
Gesprekken vinden plaats met het slachtoffer en zijn/haar ouders, waarbij concrete pestsituaties en mogelijke acties worden besproken. Belangrijk is dat ouders en kind vooraf weten welke stappen worden ondernomen. Daarnaast is het van belang hen op de hoogte te houden over ontwikkelingen tijdens de begeleiding (vorderingen, bijstellingen, relevante informatie over de uitvoering van de te nemen stappen).
Wanneer de melding via de ouder binnenkomt, fungeert de medewerker van het ConsultatieTeam Pesten als intermediair tussen ouder en school.
2. Gesprek met medewerkers van de school
Binnen het basisonderwijs en voortgezet onderwijs zal het gesprek plaatsvinden met de betrokken leer- krachten / docenten en de intern begeleider / zorg-coördinator, naast leden van de directie.
Naast een beschrijving van de pestsituaties wordt er binnen het gesprek tijd ingeruimd voor een voorstel met een verbeterplan. Het verbeterplan bestaat doorgaans uit elementen als een netwerkanalyse van de groep, een ouderavond, de inzet van de Steungroepaanpak, coaching van de leerkracht, observaties en de begeleiding van de groepsvorming met de Gouden Weken. Na instemming van de betrokken medewerkers wordt het begeleidingstraject ingezet conform het verbeterplan.
De directie is verantwoordelijk voor het faciliteren van de medewerkers op school en de informatie- voorziening ten behoeve van de ouders. Daarnaast ziet de directie erop toe dat de gemaakte afspraken worden nageleefd.
Route na signalering
Het ConsultatieTeam Pesten is van mening dat de aanpak van pesten noodzakelijk is. Bij problemen rond de naleving van gemaakte afspraken zal het ConsultatieTeam naar manieren blijven zoeken om de school te ondersteunen en te stimuleren om actie te ondernemen.
Alvorens een verbeterplan op te stellen maakt het ConsultatieTeam Pesten eerst een analyse van de situatie van de school en de groep. Zijn er problemen? Om wat voor problemen gaat het? Hoe groot zijn ze en wie zijn erbij betrokken?
Het Consultatieteam gebruikt onder meer een vragenlijst met netwerkanalyse (Sociaal Netwerkadvies), observaties in de klas en gesprekken met leerlingen en brengt daarmee de situatie van de klas en de school zo gedetailleerd mogelijk in kaart. Indien wenselijk worden de gesprekken uitgebreid naar de ouders en/of de leraren.
Vooral de combinatie van deze methoden is waardevol. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat informatie uit het Netwerkadvies vragen oproept. Het kan onduidelijk zijn waarom een bepaalde leerling een laag schoolwelbevinden heeft of waarom een leerling populair is. In dat geval kunnen korte gesprekjes worden gevoerd met leerlingen om meer duidelijkheid te krijgen. Bovendien vormen de gegevens uit de observaties een goede aanvulling op het pro el van het Sociaal Netwerkadvies. Op deze manier worden de gegevens van meerdere bronnen ingezet om de sociale staat van de klas zo helder mogelijk te krijgen. Hieronder worden de technieken nog eens kort beschreven.
1. Sociaal Netwerkadvies
Het instrument dat gebruikt wordt voor de netwerkanalyses heet Sociaal Netwerkadvies. Met een Sociaal Netwerkadvies ontstaat snel een duidelijk en helder inzicht in de sociale structuur van een schoolklas.
Leerlingen vullen online een aantrekkelijk vormgegeven vragenlijst in (www.sociaalnetwerkadvies.nl) en leerkrachten ontvangen binnen een paar dagen een rapport over de sociale staat van de klas.
De uitkomst van Sociaal Netwerkadvies stelt scholen en leerkrachten onder meer in staat om:
• inzicht te krijgen in de sociale structuur van de groep (wie gaat met wie om?);
• preventief vast te stellen of en in hoeverre er (pest)problemen in de klas zijn;
• eventuele problemen gericht aan te pakken en de juiste interventies ter verbetering in te zetten;
• groepjes te vormen van invloedrijke en populaire kinderen die onder begeleiding aan het groepsklimaat kunnen werken;
• de visie van de leraar op de structuur van de groep te bevestigen.
Naast de preventieve functie om beginnende problemen direct aan te pakken kan Sociaal Netwerkadvies dus ook gebruikt worden om inzicht te krijgen in meer complexe bestaande problemen, en kan het waardevol zijn voor leerkrachten om hun beeld van de klas (deels) bevestigd te krijgen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de eerder genoemde website van het Sociaal Netwerkadvies.
2. Observaties
Observaties worden uitgevoerd om informatie over de groep en school te verkrijgen die op een andere manier moeilijk te bepalen is. Observaties worden normaliter minstens twee keer uitgevoerd.
Bij observaties wordt onder meer gekeken naar:
• pesten op locaties in vrije situaties, vaak niet goed zichtbaar voor leerkrachten en ander schoolpersoneel, voorbeelden zijn momenten zonder toezicht in de pauze en de kleedruimtes bij gym;
• de interactie tussen de leraar en de leerlingen;
• bepaalde manieren, gebruiken en gedragingen tussen de leerlingen onderling (bij voorbeeld hoe ze elkaar benaderen of de uitwisseling van blikken);
• de algemene sfeer in de klas.
3. Gesprekken met leerlingen
Gesprekken met leerlingen worden gehouden om te weten hoe zij aankijken tegen de sfeer in de klas. Door met leerlingen te praten, komt vaak extra informatie naar voren die waardevol is voor het opstellen van het verbeterplan. Er zijn diverse redenen om met leerlingen te spreken.
• een aantal mogelijke redenen om met leerlingen te spreken zijn:
• verduidelijking krijgen over de uitkomsten van het Sociaal Netwerkadvies;
• leerlingen te vragen naar hun beleving over geobserveerde gebeurtenissen;
• verhelderen welke veranderingen leerlingen graag zien in de klas;
• alvast peilen hoe leerlingen bepaalde aspecten uit het verbeterplan waarderen.
Ook bij de gesprekken met leerlingen is het lid van het Consultatieteam betrokken.
Een gunstige bijkomstigheid hiervan is dat er in een vroeg stadium een band met hen wordt opgebouwd.
Bij de Steungroepaanpak wordt een supportgroep samengesteld. Vandaar de naam Steungroep.
Deze Steungroep wordt samengesteld uit:
de pester(s);
twee of drie neutrale leerlingen;
en waar mogelijk één of twee leerlingen die een goede band met het slachtoffer hebben.
Dit groepje is dus niet bedoeld om te straffen maar om samen verantwoordelijkheid te nemen met een uitgesproken positieve, persoonlijke en toekomstgerichte insteek.
Wanneer een bepaalde leerling wordt gepest, geeft de inzet van deze aanpak in korte tijd al snel resultaat. In veel gevallen verandert de situatie zelfs drastisch.
De aanpak start altijd met een individueel gesprek met het slachtoffer. Hierbij wordt stilgestaan bij de emoties en gevoelens van het slachtoffer. Naast enige verheldering over wat er bij het slachtoffer speelt, is het gesprek ook bedoeld om uit te leggen wat de interventie met de Steungroep inhoudt. Pas na toestemming van het slachtoffer wordt de aanpak doorgezet. De ervaring leert dat er vrijwel altijd toestemming wordt verleend.
Naast de gesprekken met het slachtoffer worden er gesprekken gevoerd met de leden van de Steungroep. Hierbij is het slachtoffer zelf niet aanwezig. Het eerste Steungroepgesprek heeft naast een informatief karakter (Wat speelt er? Wist je dat?) als doelstelling om iedereen betrokken te maken en zowel verantwoordelijkheid te delen als te nemen voor oplossingen. Er worden zo veel mogelijk oplossingen bedacht, waarbij iedere leerling verantwoordelijk is voor het uitvoeren van zijn eigen plan.
In de vervolggesprekken met de leden van de Steungroep wordt er individueel geëvalueerd hoe de uitvoering van het idee/oplossing gewerkt heeft. Ook wordt er gebrainstormd over eventuele nieuwe oplossingen. Hierbij is de insteek uitgesproken positief, waarderend en toekomstgericht.
Uiteraard zijn de ouders door de school vooraf op de hoogte gesteld dat hun kind mogelijk betrokken wordt bij de aanpak van pesten en dus ook bij de Steungroepaanpak.
De gesprekken met de Steungroep kunnen worden gevoerd door de leerkracht, I.B.-er, mentor, zorgcoördinator of een andere in deze gesprekstechniek geschoolde medewerker. Doorgaans is het gebruikelijk dat de begeleider van het ConsultatieTeam Pesten de Steungroepgesprekken voert, eventueel in het bijzijn van zo’n medewerker van school.
Als er leerlingen zijn die, ondanks de Steungroepaanpak grensoverschrijdend gedrag blijven vertonen, dan kunnen er andere maatregelen toegepast worden. De volgende stap is dan dat deze leerlingen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag. Ze worden dan betrokken bij het herstellen van eventuele ‘schade’ en het bij stellen van hun eigen gedrag. Dit gebeurt door een herstelplan te maken.
Bij een herstelplan ligt de nadruk op het hertellen van het gedrag en de oplossing van het probleem, in plaats van de leerling te straffen. Een herstelplan heeft een dwingender karakter dan een Steungroepgesprek, al blijft er sprake van een positieve, persoonlijke en toekomstgerichte insteek. Het gaat erom dat de leerling verantwoordelijkheid erkent en deze ook neemt door de schade te herstellen en bewust te werken aan een positieve instelling. Na een periode van één à twee weken wordt nagegaan welk effect dit plan op het slachtoffer heeft en of de verandering duurzaam is.
In een herstelplan beschrijft de leerling wat hij heeft gedaan maar vooral ook wat hij gaat doen om ervoor te zorgen dat het beter gaat in de klas. De leerling krijgt de gelegenheid te reflecteren op zijn gedrag en (te proberen) te herstellen wat er is gebeurd door ander gedrag te laten zien. Ook zal de leerling excuses maken voor eventuele aangebrachte schade. Een voorbeeld van een herstelplan is het schrijven van een excuusbrief aan de groep of aan het slachtoffer. Maar een herstelplan kan vele vormen aannemen, afhankelijk van de inbreng van de betrokken leerling. Naast een concrete beschrijving van wat deze leerling gaat doen wordt het plan gepresenteerd aan de klas met ondersteuning van de leraar, zodat iedereen op de hoogte is van wat de leerling zelf gaat doen.
De ouders van de leerling worden altijd op de hoogte gesteld van dit plan en zij ondertekenen dit ook. Als de leerling tweemaal een dergelijk plan moet schrijven, worden zijn ouders wederom op school uitgenodigd. Dan wordt er besproken welke consequenties er nu toegepast moeten worden. De leerling heeft immers laten zien dat hij zich niet aan de basisafspraken van de huidige groep houdt en er ook onvoldoende aan werkt om dit wel te kunnen. Dit betekent dan ook dat er wordt overwogen of deze leerling in een andere groep geplaatst moet worden.
Het ConsultatieTeam Pesten verzorgt en ondersteunt ook bij ouderavonden. Op basis van een intakegesprek wordt de avond op maat gemaakt. Doorgaans vormt een ouderavond een onderdeel van een interventie bij pesten, bijvoorbeeld aan het begin of aan het eind van een traject. Als er geen acute pestproblematiek speelt is het mogelijk om een avond met een informatief accent te verzorgen.
Bij de invulling van de ouderavond kan aan de volgende onderwerpen worden gedacht:
• hoe signaleer je pesten thuis of op school?
• welke motieven en processen spelen een rol bij pesten?
• de situatie in de groep
• hoe benader ik als ouder m n kind als het pest of gepest wordt?
• hoe kunnen we het beste omgaan met de digitale wereld van kinderen?
• hoe wordt pesten op school aangepakt?
• suggesties ter verbetering bespreken met de ouders
• hoe wordt pesten op school voorkomen?
De leerkracht, intern begeleider, mentor of zorgcoördinator wordt begeleid tijdens de uitvoering van het verbeterplan. Coaching kan hier een onderdeel van uitmaken.
Afhankelijk van het verbeterplan kunnen bijvoorbeeld aandachtspunten voor het pedagogisch handelen geformuleerd worden. De leerkracht kan begeleid worden bij het in de praktijk brengen van deze aandachtspunten door coaching, zowel individueel als in de groep.
Vanuit het Consultatie Team Pesten kan de begeleider dus ook als coach in de groep komen observeren en de leerkracht feedback geven op de vooraf besproken aandachtspunten.
De leerkracht, intern begeleider, mentor of zorgcoördinator kan extra begeleiding ontvangen bij het voeren van individuele gesprekken met de leerlingen van de groep.
Met name na het toepassen van de Steungroepaanpak is het van belang de effecten te volgen door bij voorbeeld individuele gesprekken te voeren en te blijven evalueren hoe de leerlingen zich voelen.
Ook kan verder volgen van het groepsproces onderdeel zijn van de begeleiding.
Een goed begin is het halve werk! Deze uitdrukking is in het bij zonder van toepassing op groepsvorming en verwoordt in één keer het doel van de Gouden Weken. De Gouden Weken worden ingezet om het goud dat de leraar in handen heeft, de interactie tussen leraar en leerlingen, te smeden en te kneden zodat er een fijne sfeer in de groep ontstaat, een heel schooljaar lang.
Bij de Gouden Weken ligt het accent op groepsvormende activiteiten en oudercontacten. Leraren of mentoren krijgen een stappenplan aangereikt hoe ze deze Gouden Weken vorm kunnen geven en ontvangen bij het uitvoeren feedback van de schoolbegeleider. Het stappenplan omvat naast groepsvormende activiteiten ook suggesties over regels, de indeling van het lokaal en de dagindeling.
De Gouden Weken gaan direct na de zomervakantie van start en duren drie à vier weken. Waarom is er bij de Gouden Weken gekozen voor de eerste drie weken van een schooljaar? Kinderen ontwikkelen zich sociaal, cognitief en fysiek razendsnel. De hiërarchische structuur verschuift. Zo heeft een groep de eerste weken na een zomervakantie ook weer tijd nodig om zich te vormen.
Scholen die de Gouden Weken hebben ingevoerd zijn erg enthousiast over de concrete manier waarop de Gouden Weken worden uitgevoerd en over de opbrengsten die zich snel terugbetalen vanuit kinderen en ouders. Het programma is geschikt voor basis- en voortgezet onderwijs.
Opbrengsten:
1. Toename ouderbetrokkenheid
2. Grotere groepscohesie
3. Minder conflicten
4. Energizende start van het schooljaar
5. Conflicten die zich voordoen zijn sneller op te lossen
6. Verwachte opbrengst: Betere leerresultaten
Het is van groot belang dat de school een anti-pestbeleid uitzet en dat er gezamenlijke afspraken worden gemaakt over de uitvoering. Een kernteam bestaande uit directeur, zorgcoördinator en leraar wordt samengesteld en draagt zorg voor de uitvoering van het anti-pestbeleid.
De eerste weken van het schooljaar zijn bij de preventie van pesten van enorm belang. Het begeleidingsaanbod van de Gouden Weken voorziet in een aanzet voor preventief beleid. Hierbij ligt het accent op groepsvorming.
Bij het anti-pestbeleid wordt aan minimaal vijf punten gedacht:
1. Bespreekbaar maken van pesten op school
2. Regelmatige aandacht voor pesten via de lessen op school
3. Geregelde gesprekken met leerlingen en ouders
4. Het bespreken van signalen van pesten
5. Het betrekken van ouders bij pestincidenten
De sociaal verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg (GGD) kan als intermediair functioneren tussen ouder en school en heeft een stimulerende en ondersteunende rol ten aanzien van de aanpak van pesten op de school. Deze kan ouders en school verwijzen en begeleiden naar het ConsultatieTeam Pesten voor een gerichte aanpak.
dit vak aub niet verwijderen